‘Als je iemand probeert te herinneren, hoe ziet dat er dan uit in je hoofd?
Zou je zoiets ongrijpbaars zichtbaar kunnen maken?’
Vanuit deze vraag ontstond de serie “Portretten van de Herinnering”.
Naarmate Minno Baartmans zich meer verdiepte in dit onderwerp vloeide deze zoektocht langzaam uit naar de wereld van de dromen, met als overeenkomst het fragmentarische wat men in beide toestanden beleeft.
Zoals een herinnering refereert aan een realiteit die niet haarscherp te vangen is, refereren dromen aan een realiteit die haar wel bevat maar uiteindelijk niet is.
Na de twee werelden in beeld te hebben gebracht ontstond er de behoefte om deze in bewegende vorm om te zetten.
Vanwege zijn liefde voor de fotografie was de stap naar stop-motion snel gemaakt. Het gevoel wat de vertraagde films van Bill Viola en de poetische beelden van Tarkovsky bij hem teweeg brachten zijn van grote invloed geweest op zijn keuze van uitvoering.
De relatieve eenvoud en dus ook de beperkingen van stop-motion vormden een mooie basis om deze manier van verbeelden verder te ontwikkelen.
Hieruit zijn de ‘ademende’ films ontstaan die de herinneringen en dromen op een poëtische manier verbeelden en tot leven brengen.
Of zoals Minno Baartmans zelf zegt: “Uiteindelijk zijn alle werken een poging om het ongrijpbare te vangen”